
Veel moestuingroenten kun je slechts kort bewaren en moet je meestal snel opeten. Worteltjes kun je – indien je ze gewoon in de grond laat staan – maandenlang goed houden. Op het moment dat je ze wilt eten haal je ze uit je moestuin. Dan nog kun je ze enkele dagen bewaren.
Let op dat je nu kiest voor zomerwortelen. Winterwortelen zaai je pas later in het seizoen. Deze zijn ook grover dan de fijne zomerworteltjes.
Spit eerst de grond goed om. Je grond moet voldoende luchtig zijn. Vervolgens maak je de grond verder los met een cultivator. Een cultivator is een stuk tuingereedschap met 1,3 of zelfs 5 tanden.. Met de cultivator maak je een geultje van ca. 10 cm. diep. Cultivators zijn er als handgereedschap maar ook met een lange steel. Kijk wat je bevalt.
Ervaren moestuinders zaaien wortelen vaak gemengd met scherp zand. Wortelzaad moet je goed verdelen over het zaaigeultje, anders krijg je teveel worteltjes op een hoop. Aangezien het zaad erg fijn is kun je dit met het blote oog niet goed zien en wordt het vaak gemengd met scherp zand. Dit komt ook de kieming ten goede. Zaai niet te diep, ca. 1 cm. diep is voldoende. Na het zaaien direct aanwateren. Ook de komende tijd zorgen voor voldoende vochtige grond zodat het zaad goed kan kiemen. Na opkomst moet je wortelen uitdunnen. Teveel wortelen op een hoop geeft te dunne worteltjes. Er is gewoonweg te weinig ruimte.